Praten met je kind
Inspiratie voor vaders > Praten met je kind
In het kort:
- Een goede ouder-kindrelatie opbouwen
- Een open gesprek voeren met jonge kinderen
Foto Home-Start Vlaanderen
Praten met je kind
Jonge kinderen kunnen nog niet alles gemakkelijk zeggen met woorden. Ze hebben wel veel creativiteit en verbeelding.
Hier vind je drie manieren om dingen op een fijne en speelse manier ter sprake te brengen. Zo bouw je aan een goede relatie met je kind.
Ga hiermee aan de slag
De dag afsluiten (5+)
Kinderen ervaren veel prikkels doorheen de dag. Misschien wil je kind hier ’s avonds voor het slapengaan nog iets over kwijt. Deze oefening helpt om los te laten en tot rust te komen.
- Je kind heeft misschien één of meerdere knuffels in bed. Je stelt vragen aan de knuffel, je kind antwoordt in de plaats van de knuffels
- Hoe heeft beer of konijn zijn dag beleefd?
- Wat vond die knuffel leuk?
- Wat vond die minder leuk?
- Alle antwoorden zijn goed. Je kan je kind laten vertellen wat het wil vertellen.
- Soms vertelt je kind iets over zichzelf. Als er een moeilijk thema naar boven komt, kun je zeggen dat je dit heel erg vindt voor de knuffel. Je kunt je kind vragen hoe je de knuffel kunt helpen of wat de knuffel zelf kan doen.
- Je sluit af door aan de knuffels en je kind slaapwel te zeggen. Zo laat je het thema weer los.
Focus op je talenten (6+)
Door te focussen op je krachten, kun je beter omgaan met moeilijkheden. Als je kind talenten kan inzetten, voelt het zich gelukkiger en kan het steeds meer ontwikkelen. Dit helpt op momenten dat het lastiger wordt.
Speel samen met je kind het Talentenspel
- Stop de talentenkaartjes in een doos en trek er één voor één eentje uit.
- Kun je ze bij iemand leggen?
- Misschien kun je ze bij meerdere personen leggen en ontdek je welke eigenschappen jij en je kind gemeenschappelijk hebben. Dit inzicht kan jou helpen om je kind beter te ondersteunen wanneer het lastig is.
Omgaan met verdriet (8+)
Wanneer je kind verdrietig is, wil je hem of haar troosten en nabijheid bieden. Misschien wil je kind hier achteraf nog over praten, maar kan het niet onmiddellijk de woorden vinden. Dan kan deze tekenoefening helpen.
- Je laat je kind zijn hand op een vel papier leggen en een omtrek maken met een stift of kleurpotlood.
- Voor elke vinger ga je iets invullen op basis van de antwoorden van je kind op deze vragen:
- Duim: Waar ben je goed in? Waar ben je trots op?
- Wijsvinger: Wat wil je nog leren? Waar wil je in groeien?
- Middenvinger: Wat vind je echt niet leuk? Waar word je soms verdrietig over? Wat maakt je bang?
- Ringvinger: Wat vind je heel belangrijk? Wat zal je nooit helemaal loslaten?
- Pink: Wat is jouw minpuntje of een grappige eigenschap?
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met:
Nele De Ganseman, docente in de opleiding gezinswetenschappen en auteur van het boek 'Rust. 25 manieren om de drukte in je gezin te verzachten'.